Een Oud-Griekse computer?

In 1901 vonden duikers die aan het werk
waren bij het eiland Antikythera de resten van een op een klok
lijkend mechanisme dat 2000 jaar oud was. Het mechanisme
blijkt nu een apparaat te zijn waarmee men de bewegingen van
de sterren en planeten kon berekenen.

Tussen de schatten van het
Griekse Nationale Archeologische Museum in Athene bevinden
zich ook de resten van het meest complexe wetenschappelijke
voorwerp dat bewaard is gebleven. Geroest en afbrokkelend ten
gevolge van een verblijf van 2000 jaar op de zeebodem plaatst
het met zijn wijzerplaten, tandwielen en gegraveerde platen de
historici nog steeds voor raadsels. Vanwege dit voorwerp
zullen we ons inzicht in de Griekse wetenschappen misschien
drastisch moeten herzien. Door bestudering van het apparaat
kunnen we misschien de sleutels vinden tot de ware herkomst
van de hoog ontwikkelde technologie die tot dus ver typerend
leek voor onze eigen beschaving en die ons apart zet van alle
vroegere beschavingen.
Van de bewijzen die gevormd
worden door de fragmenten kunnen we ons een goed beeld vormen
van het originele voorwerp. Het bestond uit een doos met
wijzers aan de buitenkant en een zeer complexe assemblage van
tandwielen binnenin, het moet geleken hebben op een goed
gebouwde 18de eeuwse klok. Deuren die met scharnieren aan de
doos waren gemonteerd dienden om de wijzers te beschermen, en
op alle beschikbare oppervlakten, deuren en wijzerplaten
stonden lange Griekse beschrijvingen die gingen over de
werking en bediening van het instrument. Er zijn ongeveer 20
tandwielen van het mechanisme geconserveerd, waaronder ook een
zeer ingewikkeld geheel van tandwielen die gemonteerd waren op
een excentrische draaitafel en die waarschijnlijk gediend
hebben als een soort schakelmechanisme.
Er is tot op heden niets gevonden
dat met het instrument vergeleken kan worden, niet in oude
teksten of andere literaire werken. In tegenstelling,
uitgaande van alles wat we weten over de wetenschap en
technologie van de Hellenistische tijd kunnen we alleen
concluderen dat een dergelijk apparaat niet heeft kunnen
bestaan. Sommige geschiedkundigen hebben gesuggereerd dat de
Grieken niet ge�nteresseerd waren in experimenten vanwege het
feit dat het ze tegenstond vanwege het bestaan van de
slavernij, waardoor ze een hekel gekregen hadden aan
handenarbeid. Aan de andere kant is men al lang tot de
conclusie gekomen dat ze in de abstracte wiskunde beslist geen
beginners waren maar dat ze op dit gebied grote hoogten
bereikt hadden. Veel van de Griekse wetenschappelijke
voorwerpen die we kennen uit teksten tonen een wiskundige
begaafdheid, maar in alle gevallen zijn de mechanische delen
ietwat primitief uitgevoerd. Schakelsystemen waren bekend bij
de Grieken maar ze werden alleen in relatief simpele
toepassingen gebruikt. Ze gebruikten paren tandwielen om onder
andere mechanische voortbeweging te veranderen, of om de
kracht van een watermolen om te zetten in andere
krachten.
Zelfs de meest complexe
mechanische apparaten die beschreven werden door Hero van
Alexandria en Vitruvius bevatte slechts simpele vormen van
tandwiel-overbrenging. De taximeter die door de Grieken werd
gebruikt om de afgelegde afstand van de wielen van een koets
te meten bevatte slechts enkele tandwielen om de gewenste
gegevens door te geven. Men kan beredeneren dat als de Grieken
het principe van tandwiel-overbrenging kenden zij ook in staat
moeten zijn geweest om meer complexere zaken zoals
epicyclische tandwielkasten te maken. We weten nu, uitgaande
van de fragmenten in het Nationale Museum, dat de Grieken
zulke mechanismen ook daadwerkelijk maakten, maar deze kennis
kwam zo onverwacht dat de wetenschappers in eerste instantie
dachten dat de fragmenten afkomstig waren van een moderner
apparaat.
Kunnen we er werkelijk van uit
gaan dat het apparaat zo oud is? Als we dat kunnen, waar
diende het dan voor? Wat kan het ons vertellen over de oude
wereld en de evolutie van de moderne wetenschap? Om de
waarheid achter het dateren van de fragmenten te kunnen
achterhalen moet ik u het verhaal van hun ontdekking
vertellen.
Het begon met het eerste
(toevallige) avontuur op het gebied van de onderwater
archeologie. Net voor Pasen in het jaar 1900 werd een groep
sponsduikers door een storm gedwongen om nabij het kleine
eiland Antikythera voor anker te gaan. Daar vonden zij op een
diepte van 60 meter het wrak van een oud schip. Met de hulp
van Griekse archeologen werd het schip onderzocht en er werden
diverse bronzen en marmeren beelden en andere voorwerpen
geborgen. De vondst zorgde voor grote opschudding, maar de
problemen van het duiken zonder zwaar materiaal waren immens
en in september 1901 werd de vindplaats verlaten. Acht maanden
later onderzocht Valerios Sta�s, archeoloog bij het Nationale
Museum, enkele verkalkte klompen geroest brons die opzij gezet
waren als mogelijke stukken van een gebroken beeld. Plotseling
herkende hij de fragmenten van een mechanisme.
Men heeft nu geaccepteerd dat het
schip in de eerste eeuw voor Christus gezonken is. Gladys
Weinberg uit Athene heeft een verslag opgemaakt van het
archeologische onderzoek van de vondsten. Uit dit verslag
blijkt dat het schip in 65 voor Christus gezonken moet zijn.
Verder gaat men ervan uit dat het schip gezien de voorwerpen,
die afkomstig zijn van Rhodos en Cos, deze eilanden heeft
aangedaan en zonder het vasteland van Griekenland aan te doen
op weg was naar Rome.
Het fragment dat het eerste bij
Sta�s opviel was een geroeste, gegraveerde plaat die een
integraal onderdeel van het Antikythera mechanisme, zoals het
later genoemd zou worden, vormt. Sta�s zag onmiddellijk
dat de inscriptie oud was. Volgens de epigraaf benjamin Dean
Meritt zijn de letters wat vorm betreft afkomstig uit de
eerste eeuw voor Christus. Ze kunnen nauwelijks ouder zijn dan
100 v. Chr. of jonger dan de tijd van Christus. Deze datering
wordt ondersteund door de inhoud van de inscripties. De
gebruikte woorden en hun astronomische betekenis stammen uit
de genoemde periode. Het grootste en meest complete deel van
de inscriptie is, bijvoorbeeld, deel van een parapegma
(astronomische kalender) die gelijk is aan een kalender die
geschreven is door ene Geminos, waarvan men aanneemt dat hij
geleefd heeft op Rhodos rond het jaar 77 v.Chr. We kunnen er
dus redelijkerwijs zeker van zijn dat het mechanisme niet op
een later tijdstip in het wrak beland is. Verder kunnen we ook
concluderen dat het niet aan boord van het schip zou zijn
geweest als het in die tijd al oud was.
Zodra de fragmenten ontdekt waren
werden ze door elke beschikbare archeoloog onderzocht en zo
begon het lange en moeilijke proces van identificatie van het
mechanisme en vaststelling van de functie. Sommige zaken waren
al vanaf het begin duidelijk. Het unieke belang van het
voorwerp was duidelijk en het tandwielsysteem was enorm
complex. Uitgaande van de inscripties en de wijzerplaten was
ook al snel duidelijk dat het om een astronomisch apparaat
ging. Het eerste vermoeden was dat het hier om een
navigatie-instrument ging. Sommigen dachten dat het een klein
planetarium was zoals Archimedes dat gemaakt zou hebben.
Helaas waren de fragmenten bedekt met een dikke laag verkalkt
materiaal en roest en dit verhulde zoveel details dat niemand
van zijn vermoedens of reconstructies zekerheid kreeg. Men kon
niets anders doen dan wachten tot de technici van het Museum
de fragmenten hadden gereinigd.
Terwijl de werkzaamheden
doorgingen publiceerden verscheidene wetenschappers artikelen
over wat zichtbaar was en door hun werk kwam er een algemeen
beeld van het mechanisme in de openbaarheid. Op basis van
foto's die gemaakt zijn door het Museum in 1955 realiseerde
men zich dat de reinigings- werkzaamheden een punt hadden
bereikt waarop het mogelijk was om de identificatie
mogelijkheden naar een hoger peil te brengen. Vorige zomer kon
men met de hulp van een toelage van de American
Philosophical Society een bezoek brengen aan Athene en de
fragmenten aan een minutieus onderzoek onderwerpen. Door een
gelukkig toeval was ook George Stamires, een Grieks epigraaf,
ter plaatse en hij was in staat om onbetaalbare hulp te bieden
bij het verder ontcijferen en vertalen van de inscripties. Men
is nu in staat om de fragmenten samen te voegen en te bekijken
hoe ze in het originele apparaat paste. Het succes van
dit werk was erg belangrijk want men had gedacht dat de
diverse wijzerplaten en wijzers erg beschadigd waren. Nu is
gebleken dat de meeste stukken zich nog op hun originele
plaats bevinden en dat men in het bezit is van een groter
gedeelte van het apparaat dan voorheen gedacht werd.

De werkzaamheden gaven ook een aanwijzing waarom de fragmenten
niet herkend werden tot Sta�s ze zag. Toen ze werden gevonden werden de onderdelen
waarschijnlijk samengehouden in hun originele positie door de resten van de
houten kist waar ze in zaten. In het Museum droogde en verschrompelde het doordrenkte
hout. De onderdelen raakten toen verspreid, waardoor het binnenste van het mechanisme
met de tandwielen en gegraveerde platen bloot kwam te liggen. Als resultaat
van de nieuwe ontdekkingen zullen we in staat zijn om een technisch verslag
uit te brengen over de diverse onderdelen en de constructie van het apparaat.
In de tussentijd kunnen we enkele van de resultaten samenvatten en aantonen
hoe ze van pas kunnen komen bij het vinden van antwoorden op de vraag wat het
is. Er zijn vier manieren om aan het antwoord te komen:
- Als we de details van het mechanisme kennen, moeten we ook te weten kunnen komen wat het deed.- Als we de wijzerplaten kunnen ontcijferen, moeten we kunnen zeggen wat ze laten zien.- Als we de inscripties kunnen ontcijferen, moeten ze ons iets kunnen vertellen over het mechanisme.- Als we gelijksoortige mechanismen voor handen zouden hebben, zouden we vergelijkingen kunnen maken.
Al deze benaderingen moeten gebruikt
worden, want geen ervan is compleet.
De tandwielen van het mechanisme waren op
een bronzen plaat gemonteerd. Aan een zijde van deze plaat
zien we sporen van alle tandwielen en we kunnen bij benadering
vaststellen hoe veel tanden elk tandwiel had en hoe ze in
elkaar pasten. Aan de andere zijde kunnen we dat ook maar we
komen enkele kleine aanwijzingen tekort die verhinderen dat we
ons een totaal beeld van het geheel kunnen vormen. Het
algemene patroon van het mechanisme is niettemin
overduidelijk. In de aandrijving werd voorzien door een as die
door de zijkant van de kist heenging en die zorgde voor de
aandrijving van een kroon-tandwiel. Dit gaf zijn beweging door
aan een van vier spaken voorzien tandwiel dat was verbonden
met twee sets versnellingen waarvan er een opwaarts en een
neerwaarts ging. Deze stonden op hun beurt weer in verbinding
met assen en tandwielen aan de andere zijde van de plaat. Hier
gingen de versnellings- tandwielen verder door een
epicyclische draaitafel waarna ze uitkwamen bij de wijzers.
Als men aan de as draaide gingen de wijzers met variabele
snelheden over hun wijzerplaten heen.

Een op ware grootte gemaakte
reconstructie van
het Antikythera mechanisme
door John Gleave.
het Antikythera mechanisme
door John Gleave.
Er zijn bepaalde structurele eigenschappen
van het mechanisme die speciale aandacht verdienen. Alle
metalen delen van de machine lijken gesneden te zijn uit een
enkele plaat brons met een laag tingehalte en met een dikte
van ongeveer 2 millimeter, geen enkel onderdeel was gegoten of
op andere wijze gemaakt van een andere metaalsoort. Er zijn
aanwijzingen dat de maker gebruik maakte van een plaat die
veel eerder gemaakt was- plaatmetaal van een goede kwaliteit
was waarschijnlijk zeldzaam en duur. Alle tandwielen zijn
gemaakt met tanden die in precies dezelfde hoek staan (60
graden) en afmetingen, zodat elk wiel in een ander paste. Er
zijn aanwijzingen dat het apparaat minstens twee maal
gerepareerd is; een spaak van een tandwiel en een gebroken
tand van een klein tandwiel zijn vervangen. Dit geeft aan dat
het apparaat heeft gewerkt. De kist was voorzien van drie
tandwielen, een aan de voorkant en twee aan de
achterkant.

De achterste wijzerplaten
Alle fragmenten zijn nog steeds bedekt met
resten van de deuren van de kist en ander vuil. Men kan nog
erg weinig lezen op de wijzerplaten maar er is hoop dat ze
voldoende gereinigd kunnen worden om ons van de noodzakelijke
informatie te voorzien. De voorste wijzerplaat is schoon
genoeg om te zeggen wat het gebruik ervan was. Er staan twee
schaalverdelingen op; een zit vast en deze toont ons de namen
van de tekens van de dierenriem, de andere is een beweegbare
ring die ons de maanden van het jaar laat zien. Beide
schaalaanduidingen zijn zorgvuldig in graden verdeeld. De
voorste wijzerplaat paste precies over het hoofd aandrijfwiel
en men denkt dat de wijzers aangedreven werden door een
excentrisch samenspel van tandwielen. Deze wijzerplaat toont
duidelijk de jaarlijkse beweging van de zon ten opzichte van
de dierenriem. Door middel van letters die bij de dierenriem
gegraveerd zijn en die corresponderen met andere tekens op de
parapegma kalenderplaat toonde het de opkomst en ondergang van
heldere sterren en sterrenstelsels gedurende het lopende
jaar.
De achterste wijzerplaten zijn
ingewikkelder en minder goed leesbaar. De onderste had drie
slipringen en de bovenste vier. Elk daarvan had een extra
wijzerplaat zoals een secondewijzer van een horloge. Elk van
de grote wijzerplaten zijn om de 6 graden gemerkt met lijnen
en tussen de lijnen staan letters en cijfers. Op de onderste
wijzerplaat lijken de letters en cijfers de gegevens "maan,
zoveel uren en zon, zoveel uren" weer te geven en daarom
suggereren we dat deze schaal de schijngestalten van de maan
en tijdstip van opkomst en ondergang weergeeft. Op de bovenste
wijzerplaat staan veel meer inscripties en zij zouden wel eens
informatie gegeven kunnen hebben over ondermeer opkomst en
ondergang van de planeten die bij de Grieken bekend waren
(Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus).
Sommige van de technische details zijn erg
interessant te noemen. De voorste wijzerplaat laat ons
de enige wetenschappelijke gradenmeter uit de oudheid
zien. Als we precisie van de graadverdeling onder een
microscoop bekijken zien we tot onze verbazing dat de fout
over de zichtbare 45 graden niet meer is dan ongeveer een
kwart graad. De manier waarop de vergissing varieert
suggereert dat de boog eerst geometrisch verdeeld werd en
vervolgens met het blote oog. Wat misschien nog belangrijker
is; deze wijzerplaat zou ons wel eens de middelen tot het
astronomisch dateren van het apparaat kunnen verschaffen. De
slipring is nodig omdat de oude Egyptische kalender, die geen
schrikkeljaren kende, zich ieder jaar een kwart dag vergiste;
de maandschaal moest dus op deze manier aangepast worden.
Zoals ze bewaard gebleven zijn vertonen de twee schalen van de
wijzerplaat een afwijking van 13��. Standaard tabellen laten
ons zien dat deze afwijking alleen in het jaar 80 v.Chr. en
(omdat we de maand niet weten) alle 120 jaren (30 dagen
gedeeld door � dag per jaar) voor of na die datum
voorkwam.
Alternatieve data zijn archeologisch
gezien onwaarschijnlijk: 200 v.Chr. is te vroeg en 40 na Chr.
is te laat. Daaruit volgt dat als de slipring niet van zijn
laatste positie afgekomen is kunnen we de datum vaststellen op
80 v.Chr. Verder kunnen we er wellicht vanuit gaan dat er een
speciaal teken op de maandschaal gezet is om de juiste positie
weer terug te vinden ingeval van een verschuiving, als dit
teken er mocht staan weten we meer. Dit teken staat precies ��
van de huidige positie op de schaal af en dit geeft aan dat
het teken er twee jaar voor ingebruikname is gezet. We kunnen
er dus vanuit gaan, hoewel niet overtuigend, dat het apparaat
in 82 v.Chr. werd gemaakt en dat het twee jaar gebruikt werd
(net lang genoeg om de reparaties noodzakelijk te maken).
Vervolgens werd het binnen 30 jaar meegenomen aan boord van
het schip.
De fragmenten laten zien dat het originele
instrument ten minste vier grote vlakken met inscripties had:
aan de buitenkant van de voorste deur, aan de binnenkant van
de achterste deur, op de plaat tussen de twee wijzerplaten aan
de achterzijde en op de parapegma-platen vlakbij de voorste
wijzerplaat. Zoals u hebt kunnen lezen zijn er ook inscripties
te zien rond alle wijzerplaten en verder had ieder deel en gat
identificerende letters zodat de onderdelen op de juiste
manier in elkaar gezet konden worden. De belangrijkste
inscripties verkeren in jammerlijke staat en men kan alleen
korte fragmenten lezen. Om u een idee te geven van hun
conditie kan ik alleen zeggen dat in sommige gevallen een
plaat helemaal verdwenen is. Hierbij is alleen de afdruk van
de letters achtergebleven, in spiegelschrift op de zachte
kalkresten. Het is opmerkelijk dat zulke inscripties nog
gelezen konden worden.
Maar zelfs een paar woordjes kunnen
een idee geven van het onderwerp. De zon wordt verscheidene
malen genoemd en de planeet Venus eenmaal. Aanwijzers,
waarschijnlijk die op de wijzerplaten, worden genoemd. Een
regel van een inscriptie vermeld nadrukkelijk "76 jaren, 19
jaren". Dit verwijst naar de welbekende Calippische cyclus van
76 jaar, die vier keer de Metonische cyclus van 19 jaar is of
235 synodische (maan) maanden. De volgende regel bevat het
getal "223" wat verwijst naar de eclips cyclus van 223 maan
maanden.
Als we de informatie die tot zover is
verzameld samenvoegen is het redelijkerwijs aan te nemen dat
het Antikythera mechanisme tot doel had om diverse cycli, die
enorm belangrijk waren voor de oude astronomie, in beeld te
brengen. Als we de cycli die genoemd zijn in ogenschouw nemen
moet het niet moeilijk zijn om een tandwielstelsel te maken
dat vanaf een wijzerplaat die jaarlijks draait een serie
andere wijzerplaten te laten aandrijven die de maanden en
dergelijke aangeeft. Dergelijke cycli waren bekend vanwege hun
planetaire fenomenen; dit type aritmetische theorie is in
feite het centrale thema van de Seleucide Babylonische
astronomie, dat doorgegeven werd aan de Hellenistische wereld
in de laatste paar eeuwen voor Christus. Dergelijke
aritmetische schema's zijn verschillend van de geometrische
theorie van cirkels en epicycli in de astronomie die typerend
waren voor de Grieken. De twee theorie�n werden door Claudius
Ptolemy in de tweede eeuw na Christus samengebracht. Zijn
arbeid markeerde de triomf van het nieuwe mathematische gedrag
ten opzichte van geometrische modellen die de we in de moderne
tijd kennen.

Het Antikythera mechanisme moet daarom een
aritmetische tegenhanger zijn van de meer bekende geometrische
modellen van het zonnestelsel die bekend werden door Plato en
Archimedes en die evolueerden in het nu bekende planetarium.
Het mechanisme is als een grote astronomische klok met een
gelijkenis aan een moderne analoge computer die mechanische
onderdelen gebruikt om zijn berekeningen op te slaan. Het is
jammer dat we niet kunnen vaststellen of het apparaat
automatisch of met de hand werd opgewonden. Het kan zijn dat
men het in de hand hield en dat men het met een wiel aan de
zijkant bestuurde zodat men het als een soort computer kon
gebruiken voor astrologische doeleinden. Zelf denk ik dat het
waarschijnlijker is dat het vast stond, misschien in een
beeld, en dat het als tentoonstellingsstuk te kijk stond. In
dat geval is het aannemelijk dat het aangedreven werd door
middel van een waterstroom of een ander mechanisme. Misschien
was het wel zo'n wonderlijk apparaat dat het in de Toren der
Winden in Athene stond. Het lijkt in ieder geval erg op de
astronomische klokken die tijdens de Renaissance in de
kathedralen werden gebouwd.
We moeten terugkijken tot aan de
prehistorie van de mechanische klok om belangrijke
overeenkomsten met het Antikythera mechanisme en zijn
betekenis te zien. In tegenstelling tot andere mechanische
apparaten evolueerde de klok niet van simpel tot complex. De
oudste klokken, waar we veel van weten, waren ook de
ingewikkeldste. Alle bewijzen tonen aan dat de klok is
begonnen als astronomisch tentoonstellingsstuk dat als
bijkomstigheid ook de tijd aangaf. Geleidelijk werden de
tijdsfuncties belangrijker en het apparaat dat het wonderlijke
uurwerk van de hemelen toonde werd een bijkomstigheid. Achter
de astronomische klokken uit de 14de eeuw ligt een
onafgebroken reeks mechanische modellen gebaseerd op
astronomische theorie�n Aan het begin van deze reeks staat het
Antikythera mechanisme. Hierop volgen de instrumenten en
klokachtige computers bekend van de Islam, uit China, India en
uit de Europese Middeleeuwen. Het belang van deze tijdslijn is
erg groot, want het was de traditie van het klokkenmaken die
ervoor zorgde dat de kennis op het gebied van fijn mechanische
wetenschappelijke apparaten bewaard bleef. Tijdens de
renaissance kwamen de wetenschappelijke instrument-makers
voort uit de klokkenmakers. Het Antikythera mechanisme is op
een bepaalde manier de voorloper van al onze huidige
wetenschappelijke hardware.
Een belangrijk onderdeel van dit verhaal
heeft te maken met de astronomische computers van de Islam.
Compleet geconserveerd staat in het Museum of History of
Science in Oxford een 13de eeuwse Islamitische
met tandwielen uitgeruste kalender-computer. Hierin zijn
diverse periodes samengebouwd zodat men op de wijzerplaten de
verschillende cycli van de zon en maan af kan lezen.Dit
ontwerp kan terug geleid worden met weliswaar kleine
verschillen maar een vergelijkbare opstelling van het
tandwielsysteem naar een manuscript dat in het jaar 1000
geschreven werd door de astronoom al-Biruni. Deze instrumenten
zijn veel simpeler dan het Antikythera mechanisme, maar ze
vertonen zoveel punten van overeenstemming dat duidelijk is
dat ze van een gebruikelijke traditie afstammen. Men ziet de
zelfde 60� terug in de tandwielen, ze zijn gemonteerd op assen
met een vierkant uiteinde en de geometrische opstelling van
het tandwielsysteem is vergelijkbaar. In deze tijd kwam het
veel voor dat de Islam voortborduurde op de Griekse kennis die
sindsdien verloren was voor ons maar goed bekend was bij de
Arabieren. Het werd door hen verder ontwikkeld en door hen in
het middeleeuwse Europa ge�ntroduceerd alwaar het de
voorlopers vormden van alle opvolgende uitvindingen op
het gebied van klokken.
Aan de ene kant verbonden de Islamitische
apparaten het hele verhaal met elkaar en demonstreren zij dat
het door overlevering komt dat het Antikythera mechanisme
zoveel op een moderne klok lijkt. Aan de andere kant tonen ze
dat het Antikythera mechanisme geen vlam in de pan was maar
onderdeel uitmaakte van een belangrijke stroming binnen de
Hellenistische beschaving. De geschiedenis heeft die stroming
goed verborgen gehouden voor ons en alleen de toevallige
onderwater geconserveerde fragmenten die anders tot stof
zouden zijn verkruimeld hebben hem aan het licht gebracht. Het
is een beetje beangstigend dat de Griekse beschaving vlak voor
zijn val zo dicht bij de onze was gekomen, niet alleen in hun
gedachte maar ook in hun wetenschappelijke technieken.

Een oude klok toont ons de diepe
wortels van de moderne technologie
Toen een Griekse sponsduiker met de naam
Elias Stadiatos voor de kust van het kleine eilandje
Antikythera het wrak van een vrachtschip ontdekte, waren het
de standbeelden die op de zeebodem lagen die de grootste
indruk op hem hadden gemaakt. Hij keerde terug naar
de oppervlakte, deed zijn helm af en stamelde dat hij een
hoop dode, naakte vrouwen had gevonden. De luxe lading van het
schip bevatte onder andere juwelen, aardewerk, meubelstukken,
wijn en bronzen gebruiksvoorwerpen die gedateerd konden worden
op de eerste eeuw voor Christus. Later zou blijken dat de
belangrijkste vondst bestond uit een paar groene, verroeste
brokstukken- de laatste overblijfselen van een ingewikkeld
mechanisch apparaat.
Het Antikythera mechanisme, zoals het nu
bekent staat, bevond zich oorspronkelijk in een houten kist
met de afmetingen van een schoenendoos. Het had wijzerplaten
aan de buitenzijde en een ingewikkeld samenspel van bronzen
tandwielen aan de binnenkant. R�ntgenfoto's van de fragmenten,
waarop dertig afzonderlijke tandwielen gezien kunnen worden,
leidden naar Derek Price, wetenschappelijk historicus aan de
Universiteit van Yale. Hij concludeerde dat het apparaat een
astronomische computer was die in staat was om op elke
willekeurige datum de stand van de zon en de maan binnen de
dierenriem aan te geven. Een nieuwe analyse suggereert echter
dat het apparaat meer kon dan Price dacht en het versterkt
zijn bewijs voor zijn theorie dat er een oude Griekse traditie
bestond met betrekking tot complexe mechanische
technologie.
Michael Wright, curator bij het Science
Museum in Londen, baseert zijn nieuwe analyse op
gedetailleerde r�ntgenfoto's van het mechanisme waarbij
gebruik is gemaakt van een techniek die bekend staat onder de
naam lineaire tomografie. Hierbij wordt de bron van de
r�ntgenstralen bewogen waarbij de film en het voorwerp
vergeleken wordt met andere voorwerpen. Analyse van de
resulterende foto's, in samenwerking met Allan Bromley,
computer wetenschapper aan de Universiteit van Sidney, leverde
op dat men de exacte positie van elk tandwiel vast kon
stellen. Het gevolg hiervan was dat men vast kon stellen dat
Price het op verscheidene punten bij het verkeerde eind
had.
"In sommige gevallen", zegt Wright, "heeft
Price het aantal tanden op sommige tandwielen een beetje
aangepast om aan belangrijke astronomische waarden te kunnen
komen. Het verslag van Price bevat ook enkele tegenspraken,
selectief gebruik van bewijs en ongeoorloofde speculaties. Hij
heeft ondermeer een uitgebreid omkeer-mechanisme verzonnen om
zo voor elkaar te krijgen dat de tandwielen in de juiste
richting zouden draaien."
Omdat er zo weinig van het mechanisme over
is kan men niet ontkomen aan wat giswerk. Wright merkte echter
een vast uitsteeksel op in het midden van het hoofdwiel van
het mechanisme. Voor zijn instrumentmakers-oog was dit het
bewijs dat er een vast centraal tandwiel was waar andere
tandwielen omheen konden bewegen. Dit zorgt ervoor dat het
omkeermechanisme van Price terzijde geschoven kan worden en
het leidt naar het idee dat het apparaat speciaal was
ontworpen om een speciale vorm van epicyclische beweging te
tonen.
De Grieken geloofden in het universum
waarbij de Aarde in het middelpunt stond en zij beeldden dit
in uitgebreide modellen die gebaseerd waren op epicycli.
Hierbij beschreef elk hemellichaam een cirkel rond een punt
dat zelf in een cirkel rond de Aarde bewoog. Wright vond uit
dat het Antikythera mechanisme in staat moet zijn geweest om
de bewegingen van de zon en de maan exact weer te geven.
Hierbij werd gebruik gemaakt van een epicyclisch model dat
ontworpen werd door Hipparchus. Ook konden de bewegingen van
de planeten Mercurius en Venus worden weergegeven. Hierbij
werd gebruik gemaakt van een epicyclisch model dat werd
ontworpen door Apollonius van Perga. (Deze modellen die aan
het mechanisme voor af gingen werden vervolgens ge�ntegreerd
in het werk van Claudius Ptolemy in de tweede eeuw na
Christus.)
Een apparaat dat alleen de bewegingen van
Zon, Maan, Mercurius en Venus weergeeft is niet praktisch te
noemen. Maar als een bovenste laag aan het mechanisme werd
toegevoegd, en weer verloren raakte, dan zou het mogelijk zijn
dat deze tandwielen de bewegingen van de drie andere bekende
planeten, Mars, Jupiter en Saturnus, weergaven. Met andere
woorden, het apparaat zou in staat kunnen zijn geweest om de
posities van de bekende hemellichamen op elke willekeurige dag
met een ongelooflijke accuratesse weer te geven. Hierbij werd
gebruik gemaakt van bronzen wijzers op een ronde wijzerplaat
met op de rand de tekens van de dierenriem.
Wright ontwierp een vermoedelijk model
waarin de mechanismen voor elk hemellichaam waren opgestapeld
als lagen beleg op een boterham en begon in zijn atelier met
bouwen. De complete reconstructie, waarvan de details
verschenen zijn in het Horological Journal in mei 2002, is
onlangs tentoongesteld in het Technopolis museum in Athene.
Door aan een knop aan de zijkant te draaien, kunnen
hemellichamen voor- en achteruit bewogen worden waardoor we
hun stand op iedere willekeurige datum kunnen vaststellen.
Wright zegt dat de oude Grieken dit apparaat ook hadden kunnen
bouwen omdat ze zagen hadden waarvan de tanden gemaakt werden
met v-vormige vijlen- een werkje dat overeenkomt met het
snijden van de tanden van een tandwiel. Hij heeft zelfs enkele
voorbeelden met de hand gemaakt.
Hoe dicht deze reconstructie bij het
origineel komt zal men nooit weten. Het doel van de twee
achterste wijzerplaten is nog steeds onduidelijk. Ook het doel
van het mechanisme vormt nog een raadsel. Werd het gebruikt
als astrologische computer? Werd het gebruikt om het
voorspellen van horoscopen te versnellen? Of was het alleen in
gebruik als speelgoed? Wright is er echter van overtuigd dat
zijn epicyclische interpretatie juist is en dat het mechanisme
het gehele bekende zonnestelsel weer gaf.
De Grieken hadden er een woord
voor
Dat komt overeen met oude bronnen die naar
dergelijke apparaten verwijzen. Cicero maakte in een tekst uit
de eerste eeuw voor Christus melding van een instrument dat
"onlangs door onze vriend Poseidonius gemaakt werd. Het
reproduceert bij iedere omwenteling de bewegingen van de Zon,
de Maan en de vijf planten." Men zegt dat Archimedes ook een
klein planetarium heeft gemaakt en twee van dergelijke
apparaten schijnen gered te zijn uit Syracusa toen het in 212
voor Christus werd ingenomen. Deze reconstructie toont aan dat
men zulke verwijzingen letterlijk kan nemen.
Het ondersteunt ook de theorie van Price.
Hij geloofde dat het mechanisme het directe gevolg was van een
oude Griekse traditie op het gebied van ingewikkelde
mechanische technologie die via de Arabische wereld de basis
vormde voor de technieken van de Europese klokkenmakers. Dit
stemt overeen met een ander, kleiner instrument dat in 1983
door het Science Museum werd bemachtigd. Dit instrument laat
de bewegingen van de zon en de maan zien. Het dateert uit de
zesde eeuw na Christus en het is de vermiste verbinding tussen
het Antikythera mechanisme en de latere Islamitische
kalender-computers zoals het voorbeeld uit de 13de eeuw dat te
zien is in het Museum of the History of Science in Oxford. Dat
instrument gebruikt technieken die worden beschreven in een
manuscript van al-Biruni uit 1000 na Christus.
De oorsprong van veel moderne technologie�n, van treinen
tot robots, kan terug gevoerd worden naar de ingewikkelde mechanische speeltjes,
of automata, die in de 18de eeuw floreerden. Deze speeltjes groeiden op hun
beurt weer uit tot de kunst van het klokkenmaken. En die kunst heeft, net zoals
zoveel andere aspecten van de moderne wereld, wortels die terug gevolgd kunnen
worden naar het oude Griekenland.
Fuente: .kronosworld.nl
0 comentarios:
Publicar un comentario